ECARTICO
Linking cultural industries in the early modern Low Countries, ca. 1475 - ca. 1725

Laurens van Teylingen

Portrait
Name:Laurens van Teylingen
Name variants:Louwerijs
Gender:male
Born:
Died:Hoorn
Father:
Mother:

Marriage:

Occupations:

Occupational address:

Relations

Relation Modifier Date startDate end
Friendship
witnessed baptism of Ellichje van Teijlinghen

References

External biographical records

Primary sources

  1. Westfries Archief, Hoorn: DTB-registers Hoorn (toegangsnummer 1702-17), 5: 16, 5: 92a & 15: s.p.

Secondary sources

  1. Groenendijk, Pieter, Beknopt biografisch lexicon van Zuid- en Noord-Nederlandse schilders, graveurs, glasschilders, tapijtwevers et cetera van ca. 1350 tot ca. 1720, Leiden: Primavera (2008)
  2. Thieme, Ulrich & Becker, Felix, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart, Band 32, Leipzig: Engelmann (1938)
  3. Van Romondt, P.F.W., 'Het muntmeestersgeslacht Wyntgens', De Nederlandsche Leeuw 33-34 (1915-1916), pp. 193-205, 265-272, 299-302, 373-376; (1916) 18-22, 135-140, 179-185
  4. Waller, F.G., Biographisch woordenboek van Noord Nederlandsche graveurs, 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff (1938). <URL: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB06:000001910>, 324
  5. Kramm, Christiaan, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders,beeldhouwers,graveurs en bouwmeesters van den vroegsten tot op onzen tijd (6 vols.), Amsterdam: Gebroeders Diederichs (1857-1864). <URL: https://www.dbnl.org/tekst/kram011leve01_01/>, volume 5: 148-149
  6. Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, De Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst: geïllustreerde beschrijving (9 vols.), Utrecht: Oosthoek [etc.] (1912-2003), volume 5: 177
  7. Sanders, George, Het present van staat. De gouden ketens, kettingen en medailles verleend door de Staten-Generaal, 1588-1795, Hilversum: Verloren (2013). <URL: https://hdl.handle.net/1887/20649>
  8. Gonnet, C.J., 'Jan van Teylingen', Oud-Holland 38 (1920), pp. 138-144. <URL: https://www.jstor.org/stable/42722832>, 140